Ik heb last van mijn eigen.

Geregeld.

Het gaat mij dan niet af. En ‘het’ kan dan vanalles zijn. Gaan wandelen met de hond, iets oppikken in de stad, eten maken, de kapper bellen, een blogje schrijven,… Dingen die ik anders met plezier doe, zijn mij dan teveel.

Ik stel ze uit, loop lastig, raak gefrustreerd en foeter of knor. Ik voel dan een soort van druk toenemen in mijn lijf, want wil wel graag doen wat nodig is, wat moet, wat ik wil of wat trekt. Die druk is te voelen in mijn borstkas. Zet zich daar ook vast.

Ik sus mezelf op zo’n momenten geregeld met zoet. Gooi er een glas frisdrank op, een koekje, er mag wat extra beleg op mijn boterhammen, dat restje avondeten mag toch niet verloren gaan,… De rem gaat eraf. Ik zorg zo voor mezelf op een moment dat ik het lastig heb. Ik heb deze vorm van zelfzorg geweldig goed onder de knie. Het is dan ook vaak mijn eerste reflex.

Hij lost echter niet veel op. Naarmate mijn zoetlust groeit, groeit ook mijn onrust erover. Mijn schuldgevoel, omdat ik niet de juiste keuzes maak. Mijn schaamte over dat stiekeme snoepje. Mijn weerzin om op de weegschaal te gaan staan. Mijn angst voor wat de gevolgen van mijn keuzes zijn op langere termijn.

In de afgelopen maanden leerde ik bovenstaande cyclus (h)erkennen.  Het is een signaal voor mij dat ik op een of andere manier over mijn grenzen ga, wanneer de zoete rush zich inzet. De zelfzorg zit ‘m immers niet in het ongeremd eten, wel in de mate en het gezonde alternatief.

Het blijft bij momenten wel een blinde vlek voor mij. Ik herken de cyclus nog niet altijd wanneer ik er middenin zit. Zoals deze herfstvakantieweek. Ik ben moe van twee maanden werkhervatting, snakte naar de rust van het gehuurde vakantiehuis in de Ardennen. Vertrok met een rugzak to do’s, hele leuke en een paar must do’s. Ik viel plat op dag twee, luchtweginfectie. De voorbije dagen lukte niet veel meer dan wat bingeNetflix-en (nieuwe afleveringen van Call The Midwife – er is aan mij een goeie verpleegster verloren gegaan), een beetje lezen en een bad nemen, kort gaan wandelen en ver wegblijven van alle meegebrachte to do’s. Frustratie en eet-uitspattingen alom.

Het is de berusting die vaak soelaas brengt. Al dan niet zelf geïnitieerd. Beseffen dat ik gewoon nood had aan rust, zonder meer, en daaraan toegeven. Mild zijn voor mezelf. Mijn verwachtingen lossen en de to do’s aan de kant schuiven. Dat zijn dan ook zelden dingen die weglopen.

Het is pas dan dat het inzicht komt. De aha-erlebnis. Dat het lukt om achteruit te kijken, te herkennen en bij te sturen.

Ik heb last van mijn eigen, tot ik zelf weer aan het stuur ga zitten.

 

Leave a comment