Monthly Archives: March 2016

Wie wandelt met wie?

Ik heb een hond.

Dat is een zin die ik nooit had bedacht en een die ik ook nooit dacht uit te spreken of schrijven. Technisch gesproken is het niet MIJN hond, in de zin van eigendomstitel enzo. Echter, eens iemand in huis een hond heeft, heeft iedereen een hond. Het beest maakt daar geen onderscheid in en hoopt van iedere andere levende ziel in huis aaitjes, streeltjes, aandacht, speeltijd, eten, wandelingen en dies meer te krijgen.

Daarvoor kijkt hij soms zo:

WP_001229

Hij heet Wilson, Willy (Wonka) voor de vrienden en hij sprong een dikke maand geleden met zijn vier poten vooruit mijn leven in. Daar had ik het moeilijk mee. Ik ben namelijk van nature uit niet zo’n hondenvriend.

We hebben de voorbije weken dan ook al wat relatiestadia meegemaakt, hij en ik. Van: ik negeer jou en gun jou slechts een minimale blik, hoe hard je ook probeert om mijn aandacht te trekken. Over: jaja, ik zie jou wel, liggend voor mijn voeten en ik streek al eens een schuchtere hand uit voor een aai. Tot: ik heb er wel zin in om ’s avonds met jou op wandel te gaan. En: ik vind het fijn dat jij ’s morgens altijd blij bent om mij te zien (behalve wanneer je eerst een drol in de keuken legt).

Vanmorgen zat ik niet goed in mijn vel en het Lief praatte op mij in. Op een bepaald moment biggelden de tranen over mijn wangen. De hond voelde instinctief wat er aan de hand was en deed alles wat in zijn mogelijkheden lag om mij te troosten. Pootjes op de schoot en proberen om mijn tranen weg te likken (echter, onze liefde is niet zo diep dat ik hem mijn gezicht laat likken, wetend waar zijn tong nog zoal zit…), tegen mijn benen aan vleien, op mijn voeten gaan liggen, braaf gaan zitten,…

Ik ging lang met hem wandelen om wat te ontspannen en zette daarbij een volgende stap in onze relatie. Ik liet hem los. In het bos. Het was aandoenlijk om hem te zien rennen, rennen, rennen. Telkens niet verder dan een paar tientallen meters van mij vandaan, racend van voor naar achter en terug. Mijn bewegingen in het oog houdend en volgend. Relatietest geslaagd.

Bovendien confronteerde hij mij daarbij met mijn eigen angsten en kaders:

  1. Hij komt terug. Soms na het bovenhalen van wat strengheid, maar hij komt altijd terug.
  2. Zijn vuile poten en massa haar in huis zijn niet fijn, maar buiten mag hij zich flink vuilmaken (en zelfs even de gracht insukkelen). Hij leeft zicht uit, geniet, speelt en ik was hem wel weer af voor hij binnen komt. No big deal en eens zoveel fun.
  3. Waarom laat ik zelf niet wat vaker gewoon los, vertrouwend dat het wel goed komt?

Dus wie wandelt met wie?