Ik verhuis volgende week, naar Leuven. Dat zat eraan te komen en vandaar dat de stadskeuze voor deze uitdaging ‘fiere Leuvenaar worden’ nogal voor de hand lag. 🙂
Een nadeel van die keuze is dat Leuven een dure stad is om te wonen. Een van de meest prijzige van Vlaanderen zelfs. Een voordeel is dat dat noopt tot opruimen en wel omdat ik gekozen heb voor samen-huizen (www.samenhuizen.be) om de prijs te drukken. Ik zal intrekken in een appartement waar ik een eigen slaapkamer heb en deel de andere ruimten voortaan met een huisgenote. Dat vraagt dus om het beperken van spullen en een goede afweging maken van wat meegaat/meekan en wat niet.
Een aantal weken geleden begon ik schuchter aan een opruim, met toch ook wel wat koudwatervrees. Spullen wegdoen voelt op een of andere manier moeilijk, is lastig. Vraagt om duidelijke en scherpe keuzes, om loslaten ook.
Geleidelijk aan ging dat loslaten mij makkelijker af. Kon ik kast na kast en ruimte na ruimte doorgaan en afwegingen maken. Heb je dit nog nodig? Ga je dat nog dragen? Hoe vaak heb je dit de afgelopen jaren gebruikt/vastgehad? Kan je er iemand nog plezier mee doen of mag het echt weg? Wil je er zelf nog even aan vasthouden om het later nog te gebruiken en het ergens stockeren? Wil je, neen, ga je er nog iets mee doen? Want willen en doen is uiteraard verschillend. Ik voelde mij soms ook letterlijk lichter wanneer spullen de deur uit gingen en ik ruimte zag ontstaan. Stond ervan te kijken ook hoeveel er binnenkwam in amper 4 jaar wonen.
Het voelt tegelijk ook bijzonder om dit te doen in aanloop naar mijn 30ste en aan de hand van de spullen die bovenkomen even stil te staan en achteruit te kijken. Ik heb de voorbije jaren immers heel wat bijgehouden van dingen die ik deed en meemaakte. Kampaandenkens, programmaboekjes, voorbereidingen, tickets, badges,… Je kon het zo gek niet bedenken of het zat in een doos. Naarmate de bodem van de doos naderde groef ik verder en dieper in mijn eigen verleden, tot kleutertekeningen toe.
En ik zag dat het goed was…
Ik kan blij en dankbaar achteruit kijken. Om dingen die ik kon doen, om kansen die ik kreeg, om verwezenlijkingen, om leermomenten, om fijne en bijzondere ontmoetingen en gezelschap, om warme vriendschap, om beleefde ervaringen, om een goede gezondheid ook om daar ook ten volle van te kunnen genieten,… Â Ik ben een rijk mens en besefte dat ten volle, daar in mijn zetel, omringd door herinneringen.
Veel spullen en spulletjes konden en mogen weg. Wat ik ervan wil overhouden draag ik sowieso al mee. ‘The best things in life… are not things.’